|
||||||||
Met het in 2005 opgerichte folktrio ‘Kaja’ zijn we in het Hoge Noorden aanbeland, met name in de Zweedse steden Göteborg en Stockholm. Het drietal muzikanten zijn violiste Livet Nord, pianiste en accordeoniste Camilla Åström en contrabassist Daniel Wejdin. Ze debuteerden op plaat in 2006 met het album “Kaja”, gevolgd door “Krackel” in 2007 en “Rust” in 2010. Zoals u bij beluistering zal kunnen opmerken wordt er bij dit trio niet gezongen en bestaat hun werk voornamelijk uit instrumentale folkdeuntjes waarbij de traditionele Joodse bruiloftsmuziek ‘Klezmer’ uit de Oost-Europese Balkanlanden een belangrijke bron van invloed blijkt te zijn. “Origo” is het vierde album van deze Zweedse band en volgt op “Tre Trappor Upp” uit 2013. Er staan negen tracks op deze plaat waarbij de drie nummers “Silentium”, “Cursus” en “Peractio” samen deel uitmaken van een muzikale suite die “Infinitus” werd genoemd. Luisteraars zullen dit soort werk eerder klasseren onder de noemer ‘kamermuziek’ en daar hoort dergelijke muziek inderdaad misschien zelfs thuis. Maar wat verderop ontdekken we ondanks de aanwezigheid van het accordeon toch ook wel wat invloeden uit de jazz en popmuziek, o.a. in de nummers “Vals Till Döden”, “Stains” en “Tram No. 9”, maar eveneens in het op de video te beluisteren nummer “Alla Vi”. Voor de plaatopname werden er trouwens drie gastmuzikanten in de studio uitgenodigd met Lisen Rylander Löve die op kalimba en tenorsaxofoon speelt, Lise-Lotte Norelius als percussioniste en Daniel Ögren op synthesizer. Je moet er wel een beetje van houden, maar als dat het geval is, dan zal het album “Origo” van ‘Kaja’ je zeker bevallen. Wij vinden het alleen een beetje jammer dat er nergens wordt gezongen op deze plaat, want dat zou voor wat afwisseling kunnen zorgen bij deze uitsluitend instrumentale nummers. (valsam)
|
||||||||
|
||||||||